Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Gemeentewet

 

Artikel 154b
1
De raad kan bij verordening bepalen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van:
a
voorschriften uit zijn verordeningen betreffende gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte en die tevens krachtens artikel 154 strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde voorschriften, en
b
de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde voorschriften die op grond van artikel 10.23 van de Wet milieubeheer zijn vastgesteld in een verordening en die strafbaar zijn gesteld.
De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
2
De verordening, bedoeld in het eerste lid, is van toepassing op alle overtredingen, genoemd in het eerste lid.
3
Een besluit van de raad tot intrekking van de verordening, bedoeld in het eerste lid, treedt niet eerder in werking dan na twaalf maanden na de bekendmaking van het besluit.
4
De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete wordt uitgeoefend door het college. Deze bevoegdheid wordt uitgeoefend door de burgemeester, indien de toepassing van dit middel dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.
5
Tot het uitreiken van een aankondiging van de beschikking waarin de bestuurlijke boete wordt opgelegd, kan slechts een ondergeschikte die tevens buitengewoon opsporingsambtenaar is, worden gemachtigd. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere eisen gesteld worden aan de ondergeschikte.
6
In het overleg, bedoeld in artikel 14 van de Politiewet 1993, vindt afstemming plaats over de inzet en werkwijze met betrekking tot de aanpak van overlast in de openbare ruimte door de politie en de ondergeschikten, bedoeld in het vijfde lid.
7
Bij algemene maatregel van bestuur worden de verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete bepaald. Voor zover voor een voorschrift de boetecategorie en de hoogte van de boete niet bij algemene maatregel van bestuur zijn bepaald, stelt de raad deze vast in de verordening, bedoeld in het eerste lid. De bestuurlijke boete kan voor natuurlijke personen niet hoger zijn dan € 340 per gedraging en voor rechtspersonen niet hoger zijn dan € 2250 per gedraging.
8
Indien de overtreder aannemelijk maakt dat de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is, wordt een lagere bestuurlijke boete opgelegd.
9
Een bestuurlijke boete kan slechts worden opgelegd aan personen die ten tijde van de overtreding 12 jaar of ouder waren. De bestuurlijke boete wordt voor personen die ten tijde van de overtreding nog geen zestien jaar oud waren, gehalveerd.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AT2621, Hoger beroep, 2200568804
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    20-12-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    De verdachte staat terecht wegens het plegen van overtredingen die overlast veroorzaken. Als zodanig zijn aan het hof in deze zitting ten laste van verschillende verdachten de volgende soorten overtredingen voorgelegd: a. het gebruik maken van het openbaar vervoer of van een station zonder geldig vervoerbewijs...
  • LJN BJ4012, Hoger beroep, 24-002290-08
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    24-07-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Verdachte wordt ter zake van een tweetal diefstallen in vereniging veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Voor overtreding van artikel 2.4.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening Deventer (1994) heeft het hof toepassing gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
  •