Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Huisvestingswet

 

Artikel 40
1
Burgemeester en wethouders kunnen, indien dat voor een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte noodzakelijk is, van de eigenaar van een in de gemeente aanwezige leegstaande woonruimte, een leegstaand gebouw, niet zijnde een of meer woonruimten, of een leegstaand gedeelte van een zodanig gebouw, dan wel van een woonruimte die in strijd met de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften zonder huisvestingsvergunning of vergunning ingevolge artikel 30 in gebruik genomen is, het gebruik daarvan als woonruimte vorderen. De vordering vindt niet plaats dan na overleg met de eigenaar. De vordering kan mede betrekking hebben op het gebruik van bij de woonruimte of het gebouw behorende of voor de toegang daartoe noodzakelijke andere ruimten en van de daarbij behorende centrale en nutsvoorzieningen.
2
Ten aanzien van leegstaande woonruimte die laatstelijk door de eigenaar gedurende een termijn van ten minste een jaar onafgebroken als eigenaar is bewoond geweest, maken burgemeester en wethouders gedurende een termijn van een jaar na het tijdstip waarop de bewoning door de eigenaar een einde heeft genomen, geen gebruik van hun in het eerste lid omschreven bevoegdheid, tenzij er gewichtige redenen zijn om niettemin tot vordering over te gaan. Onder eigenaar wordt in dit lid degene verstaan, die eigenaar is in de zin van het Burgerlijk Wetboek.
3
Ten aanzien van leegstaande woonruimte die nimmer is bewoond geweest, maken burgemeester en wethouders gedurende een termijn van een jaar na het tijdstip waarop de woonruimte voor bewoning is gereedgekomen, geen gebruik van hun in het eerste lid omschreven bevoegdheid, tenzij er gewichtige redenen zijn om niettemin tot vordering over te gaan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AE5944, Eerste aanleg - enkelvoudig, 200202844/1
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    31-07-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    200202844/1. Datum uitspraak: 31 juli 2002 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te [woonplaats], [land], en burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerders. 1. Procesverloop Bij besluit van 19 april 2002 hebben verweerders van appellant voor...
  •