Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Paspoortwet

 

Artikel 34
1
Bij een aanvraag door of ten behoeve van een minderjarige wordt een verklaring van toestemming overgelegd van iedere persoon die het gezag uitoefent. Indien de minderjarige onder voorlopige voogdij van een voogdij-instelling in Nederland is geplaatst onderscheidenlijk voorlopig is toevertrouwd aan een Voogdijraad in de Nederlandse Antillen of Aruba, wordt evenwel een verklaring van toestemming van de desbetreffende voogdij-instelling dan wel van de desbetreffende Voogdijraad overgelegd.
2
Indien bij gezamenlijke gezagsuitoefening een van de personen die het gezag uitoefenen, weigert een verklaring van toestemming als bedoeld in het eerste lid, af te geven, kan deze op verzoek van de andere persoon die het gezag uitoefent, worden vervangen door een verklaring van de bevoegde rechter, die alvorens te beslissen een vergelijk tussen de beide personen beproeft.
3
Indien een persoon die het gezag uitoefent, de desbetreffende voogdij-instelling of de desbetreffende Voogdijraad een verklaring van toestemming als bedoeld in het eerste lid weigert, kan deze op verzoek van de minderjarige van zestien jaren of ouder worden vervangen door een verklaring van de bevoegde rechter.
4
Indien bij gezamenlijke gezagsuitoefening het als gevolg van oorlog, oproer, natuurrampen of daaraan verwante dan wel daarmee samenhangende omstandigheden feitelijk onmogelijk is een verklaring van toestemming als bedoeld in het eerste lid, te verkrijgen van de andere persoon die het gezag uitoefent, kan deze in afwijking van het eerste lid worden vervangen door een verklaring van de bevoegde rechter.
5
De rechter geeft in de in het tweede, derde en vierde lid bedoelde gevallen een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Daarbij kan als voorwaarde worden gesteld dat de geldigheidsduur of de territoriale geldigheid van het aangevraagde reisdocument wordt beperkt.
6
Een verklaring van toestemming als bedoeld in het eerste lid, behoeft niet te worden overgelegd bij de aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart door of ten behoeve van een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN BA6631, Eerste aanleg - enkelvoudig, 93772 / FA RK 07-215
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    23-05-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Alkmaar
    Wanneer de woon- of verblijfplaats van een van de gezaghebbende ouders onbekend is (voldoende met schriftelijk bewijs onderbouwd), dient deze omstandigheid gelijkgesteld te worden met de situatie dat een van de gezaghebbende ouders weigert een verklaring van toestemming te geven als bedoeld in lid 2 van artikel 34 van de Paspoortwet.
  • LJN BA6624, Eerste aanleg - enkelvoudig, 93515 / FA RK 07-183
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    23-05-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Alkmaar
    Wanneer de woon- of verblijfplaats van een van de gezaghebbende ouders onbekend is (dient voldoende aangetoond te zijn), dient deze omstandigheid - in het belang van de betrokken minderjarige - gelijkgesteld te worden met de situatie dat een van de gezaghebbende ouders weigert een verklaring van toestemming...
  •