Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Pensioenwet

 

Artikel 23 Onderbrengingsplicht werkgever
1
De werkgever brengt een pensioenovereenkomst, uiterlijk wanneer een werknemer pensioenaanspraken verwerft, onder door onmiddellijk een schriftelijke uitvoeringsovereenkomst te sluiten met en in stand te houden bij:
a
een pensioenuitvoerder;
b
een pensioeninstelling uit een andere lidstaat die beschikt over een daartoe verleende vergunning als bedoeld in artikel 199 en de bevoegde autoriteiten in kennis heeft gesteld overeenkomstig artikel 199; of
c
een verzekeraar met een zetel buiten Nederland, mits die verzekeraar op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen.
2
De in het eerste lid opgenomen verplichting van de werkgever tot het sluiten en instandhouden van een schriftelijke uitvoeringsovereenkomst geldt niet bij uitvoering door een bedrijfstakpensioenfonds:
a
mits de werkgever gehouden is of zich verbonden heeft door lid te zijn van een werkgeversvereniging tot naleving van de statuten en reglementen van dit bedrijfstakpensioenfonds; en
b
een uitvoeringsreglement door het bedrijfstakpensioenfonds is opgesteld dat voldoet aan de eisen die in artikel 25 ten aanzien van de uitvoeringsovereenkomst zijn gesteld.
3
De in het eerste lid opgenomen verplichtingen van de werkgever tot onderbrenging en het sluiten en in stand houden van een schriftelijke uitvoeringsovereenkomst gelden niet wanneer een pensioenovereenkomst is gesloten door een werkgever die tevens pensioenuitvoerder is, mits:
a
de pensioenovereenkomsten van deze werknemers worden ondergebracht bij de werkgever in zijn hoedanigheid van pensioenuitvoerder; en
b
een uitvoeringsreglement door de werkgever is opgesteld.
4
Wanneer een werkgever het voornemen heeft een pensioenovereenkomst onder te brengen bij een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of bij een pensioenfonds dat op grond van artikel 212 ontheffing heeft gekregen van het bepaalde in de artikelen 99, 100, 101, 109 en 110, is artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN BD9362, Eerste aanleg - meervoudig, 200.001.473/1 OK
    Rechtsoort
    Civiel overig
    Datum uitspraak
    04-08-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    De Ondernemingskamer heeft op 4 augustus 2008 uitspraak gedaan in de door de Deelnemersraad van Stichting Pensioenfonds Unilever Nederland Progress (advocaten: mr. A.C.M. Kuypers en mr. H. de Graaf) jegens dat pensioenfonds (advocaat: mr. R.A.A. Duk) aangespannen procedure. Het verzoek van de Deelnemersraad...
  • LJN BJ5239, Eerste aanleg - enkelvoudig, CV 08 27517
    Rechtsoort
    Civiel overig
    Datum uitspraak
    12-08-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Amsterdam
    Pensioenvermoeden van artikel 7 lid 4 Pensioenwet; gelijkheid (gelijke arbeid, gelijk loon).
  •