Uitleveringswet
Artikel 35
1
Indien twee of meer staten de uitlevering van dezelfde persoon hebben gevraagd, houdt Onze Minister bij de beslissing op hun verzoeken - voor zover deze ontvankelijk en voor inwilliging vatbaar zijn - rekening met het belang van een goede rechtsbedeling en voorts in het bijzonder met:
a
de meerdere of mindere ernst van de verschillende feiten waarvoor de uitlevering is gevraagd;
b
de plaats of plaatsen waar de feiten zijn begaan;
c
de tijdstippen waarop de verzoeken tot uitlevering zijn gedaan;
d
de nationaliteit van de opgeëiste persoon;
e
de mogelijkheid dat de opgeëiste persoon, nadat hij naar het grondgebied van een van de verzoekende staten is verwijderd, vervolgens door de autoriteiten van die staat ter beschikking wordt gesteld van de autoriteiten van een andere verzoekende staat.
2
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing als de uitvoerende justitiële autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie de overlevering, bedoeld in artikel 1 van de Overleveringswet, en een andere staat de uitlevering van dezelfde persoon hebben gevraagd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.