Uitleveringswet
Artikel 50
1
Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, wordt bij vervoer te land, overeenkomstig artikel 48, de bewaking van de vreemdeling opgedragen aan Nederlandse ambtenaren.
2
Indien het ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet mogelijk is het vervoer door Nederland zonder onderbreking voort te zetten, kan de vreemdeling, in afwachting van een passende gelegenheid tot vertrek naar elders, zo nodig worden opgenomen in een huis van bewaring, zulks op vertoon van een stuk waaruit blijkt van de door Onze Minister verleende toestemming tot het vervoer.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.