Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Werkloosheidswet

 

Artikel 27g
1
Het besluit waarbij een boete is opgelegd levert een executoriale titel op in de zin van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De titel heeft mede betrekking op de rente en kosten, bedoeld in het zesde lid.
2
Indien degene aan wie een boete is opgelegd uitkering ontvangt op grond van deze wet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairenof de Wet arbeid en zorg of een toeslag op grond van de Toeslagenwet, wordt het besluit waarbij de boete is opgelegd tenuitvoergelegd door verrekening met die uitkering of toeslag.
3
Indien degene aan wie een boete is opgelegd een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of de Wet werk en inkomen kunstenaars, betaalt de Sociale verzekeringsbank, onderscheidenlijk de betrokken gemeente het bedrag van die boete, zonder dat daarvoor een machtiging nodig is van hem, op zijn verzoek aan het UWV.
4
Indien degene aan wie een boete is opgelegd geen uitkering als bedoeld in het tweede of derde lid ontvangt, of meer ontvangt, dan wel ten aanzien van zodanige uitkering toepassing van het tweede of derde lid niet mogelijk is, wordt het besluit waarbij de boete is opgelegd bij gebreke van tijdige betaling met toepassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op zijn kosten betekend en tenuitvoergelegd.
5
De tenuitvoerlegging van een besluit waarbij een boete is opgelegd vindt plaats met toepassing van het tweede of derde lid, dan wel van het vierde lid, dan wel van het tweede of derde lid in combinatie met het vierde lid.
6
Bij gebreke van tijdige betaling wordt de verschuldigde boete verhoogd met de wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten.
7
Op het executoriaal beslag ingevolge dit artikel door het UWV op loon, sociale uitkeringen of andere periodieke betalingen, welke derden verschuldigd zijn of worden aan degene aan wie een boete is opgelegd, zijn de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing. De in artikel 479g aan de raad voor de kinderbescherming toegekende bevoegdheid komt gelijkelijk toe aan het UWV.
8
De tenuitvoerlegging van een besluit met toepassing van dit artikel geschiedt zodanig dat de werknemer blijft beschikken over een inkomen gelijk aan de beslagvrije voet bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
9
Het achtste lid geldt niet, zolang de werknemer zijn verplichting bedoeld in artikel 27a, vijfde lid, niet of niet behoorlijk nakomt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AN7519, Hoger beroep, 01/4248 AW
    Rechtsoort
    Ambtenarenrecht
    Datum uitspraak
    23-10-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Centrale Raad van Beroep
    Kan de korting op de uitkering in verband met onvoldoende sollicitatie-activiteiten in rechte stand houden?
  •