Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

 

Artikel 826
1
De voorlopige voorzieningen verliezen hun kracht zodra een beschikking waarbij de echtscheiding of de scheiding van tafel en bed is uitgesproken, wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand onderscheidenlijk het huwelijksgoederenregister, aangewezen in artikel 116 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, of zodra de mogelijkheid daartoe vervalt, met dien verstande dat:
a
de voorlopige voorziening bedoeld in artikel 822, eerste lid, onderdeel a, haar kracht behoudt totdat de beslissing op een verzoek als bedoeld in artikel 266 lid 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, indien dit verzoek is gedaan, in kracht van gewijsde gaat;
b
indien een verzoek tot voorziening in het gezag is gedaan of door de rechter ambtshalve in het gezag wordt voorzien, de voorlopige voorzieningen die op de kinderen betrekking hebben, hun kracht behouden totdat het gezag overeenkomstig artikel 253p van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is begonnen;
c
de voorlopige voorziening bedoeld in artikel 822, eerste lid, onderdeel e, haar kracht behoudt totdat de beslissing op een verzoek als bedoeld in artikel 157 van het Eerste Boek van het Burgerlijk Wetboek, indien dit verzoek is gedaan, bij toewijzing voor tenuitvoerlegging vatbaar wordt dan wel bij afwijzing in kracht van gewijsde gaat.
2
De voorlopige voorzieningen verliezen eveneens hun kracht zodra een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed wordt ingetrokken, alsmede zodra een beschikking waarbij een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed wordt afgewezen, in kracht van gewijsde gaat.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AE3610, Voorlopige voorziening, 136a-R-02
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    10-04-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Voorlopige voorziening
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    Uitspraak : 10 april 2002 Rekestnummer : 136A-R-02 GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE FAMILIEKAMER B e s c h i k k i n g in de zaak van [appellant], wonende te [woonplaats], verzoeker in hoger beroep, hierna te noemen: de man, procureur mr. M. Ferwerda, tegen [geïntimeerde], wonende te [woonplaats], verweerder in hoger beroep, hierna te noemen...
  • LJN AR3287, Eerste aanleg - enkelvoudig, 226933
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    30-09-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank 's-Gravenhage
    [...] De man verzoekt thans primair de beschikking voorlopige voorzieningen d.d. 10 januari 2002 te wijzigen en opnieuw recht te doen in die zin dat de rechtbank thans zal bepalen dat hij met ingang van 10 januari 2002 (de datum waarop de eerste beschikking voorlopige voorzieningen is gewezen) geen bijdrage...
  • LJN AU1716, Hoger beroep, 564/2005
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    23-08-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Is verzoek voorlopige voorziening ontvankelijk nu echtscheiding is ingeschreven? In casu wel, zie Rov 3.1
  • LJN AY5952, Hoger beroep, 418-R-06
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    07-06-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    Verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen in hoger beroep. Niet-ontvankelijk en kostenveroordeling.
  •