Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Woningwet

 

Artikel 8
1
De gemeenteraad stelt een bouwverordening vast, die uitsluitend de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met zesde lid, bevat.
2
De bouwverordening bevat voorschriften omtrent:
a
het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot:
1
de beschikbaarheid van drinkwater en energie;
2
de reinheid;
3
het bestrijden van schadelijk of hinderlijk gedierte;
4
de brandveiligheid en
5
voor zover het woningen, woonketen of woonwagens betreft, het aantal personen dat in een dergelijk gebouw mag wonen;
b
het gebruik van open erven en terreinen en de staat, waarin deze zich moeten bevinden;
c
het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem;
d
het slopen, waaronder begrepen voorschriften omtrent selectief slopen;
e
de wijze van inrichting en indiening van een aanvraag om woonvergunning als bedoeld in artikel 60;
f
de overdraagbaarheid van een bouwvergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, en van een woonvergunning als bedoeld in artikel 60;
g
het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot:
1
de veiligheid op de bouw- of sloopplaats;
2
de tijdstippen waarop met het bouwen of het slopen mag worden en wordt begonnen;
3
de tijdstippen waarop met het bouwen of het slopen moet zijn begonnen en het bouwen of het slopen moet zijn beƫindigd, alsmede de wijze van gereedmelding van het bouwen of het slopen;
4
de termijn gedurende welke het bouwen of het slopen ten hoogste mag stilliggen;
5
bescheiden die op de bouw- of sloopplaats aanwezig moeten zijn;
6
opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen, die met betrekking tot het bouwen of het slopen noodzakelijk zijn en
7
het tijdstip en de wijze van overleggen van kwaliteitsverklaringen en van nadere gegevens met betrekking tot de installaties voor drinkwater en energie.
3
De voorschriften, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, hebben uitsluitend betrekking op bouwwerken:
a
waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven,
b
voor het bouwen waarvan een reguliere bouwvergunning is vereist, met uitzondering van bouwwerken die naar aard en omvang gelijk zijn aan een bouwwerk voor het bouwen waarvan op grond van artikel 43 geen bouwvergunning is vereist of een geval als bedoeld in artikel 44, tweede lid, en
c
1
die de grond raken, of
2
ten aanzien waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.
4
De voorschriften, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, hebben in elk geval betrekking op:
a
het verrichten van onderzoek naar aard en mate van verontreiniging van de bodem;
b
aard en omvang van het onderzoek, en
c
inrichting van het op te stellen onderzoeksrapport.
5
De bouwverordening kan voorschriften bevatten van stedenbouwkundige aard. Tot die voorschriften kunnen behoren voorschriften met betrekking tot:
a
de wegen waaraan mag worden gebouwd;
b
de rooilijnen, en
c
de plaatsing van bouwwerken ten opzichte van elkaar, mede uit het oogpunt van bereikbaarheid van die bouwwerken.
6
De bouwverordening bevat tevens voorschriften omtrent de samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie. Zij kan bepalen dat er in plaats van een welstandscommissie een stadsbouwmeester wordt aangesteld, in welk geval de bouwverordening voorschriften bevat over de rol en de functie van de stadsbouwmeester. Voorts kan de bouwverordening nadere voorschriften bevatten omtrent de verslagen, bedoeld in de artikelen 12b, derde lid, en 46, negende lid.
7
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in de bouwverordening voorschriften worden gegeven omtrent andere onderwerpen dan die, genoemd in het tweede, vijfde en zesde lid.
8
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter bevordering van eenheid in de bouwverordeningen regelen worden gegeven omtrent de inhoud van de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met vierde, zesde en zevende lid.
9
De gemeenteraad brengt binnen een jaar na het in werking treden van de krachtens het achtste lid en de krachtens artikel 120 gegeven voorschriften de bouwverordening met die voorschriften in overeenstemming. Zolang de bouwverordening niet met die voorschriften in overeenstemming is gebracht, gelden die voorschriften rechtstreeks.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AF7469, Voorlopige voorziening, SBR 03/299
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    15-04-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Voorlopige voorziening
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Utrecht
    Gebruiksvoorschrift kerkgebouw, maximumaantal bezoekers t.o.v. vluchtdeurafmetingen.
  • LJN BI2449, Eerste aanleg - meervoudig, AWB 08/2598, 08/2639 en 08/2646
    Rechtsoort
    Bouwen
    Datum uitspraak
    20-04-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Arnhem
    Vrijstelling art. 19 lid 2 WRO ten behoeve van een appartementencomplex met gezondheidscentrum
  • LJN AI5667, Eerste aanleg - enkelvoudig, 03 / 1747 GEMWT VV
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    20-08-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Breda
    De in artikel 7.2.2 van de bouwverordening voorziene mogelijkheid van staken van het gebruik kan slechts betrekking hebben op een in artikel 17 woningwet bedoeld gebouw, niet zijnde een woning, waarvan het staken van het gebruik op grond van artikel 17, vierde lid, kan worden gelast. Het staken van het...
  •